Toelichting bij 3.2:
1. De kerkenraad moet zich zelfstandig een zo nauwkeurig mogelijk beeld vormen van de feitelijke toedracht, opdat hij bij het licht der Schrift over dit bijzondere geval zich een juist en gefundeerd oordeel kan vormen. Bij dit onderzoek geldt het principe van hoor en wederhoor, zoals omschreven in de Appelregeling 2019.
2. De kerkenraad mag niet ingaan op anonieme brieven en losse geruchten.
3. Als de rechten van het lidmaatschap worden opgeschort, betekent dit dat de betrokkene geen toegang meer heeft tot de sacramenten en tot de kerkelijke ledenvergadering waar het stemrecht wordt uitgeoefend.
4. Deze stille censuur gaat vooraf aan de afsnijding met de ban (de grote ban). Het verschil tussen de stille censuur en de kerkelijke afsnijding is onder meer dat de stille censuur voor onbepaalde tijd kan doorgaan. Ze is niet aan een bepaalde termijn gebonden.
5. Een verschil tussen de stille censuur en de afsnijding is, dat de stille censuur, die door de kerkenraad opgelegd wordt, een zaak moet blijven tussen de gecensureerde en de kerkenraad.