2. Appelregeling

2.1. Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  1. appelschrift: schriftelijk document waarin beroep wordt ingesteld op de classis, de particuliere synode of de generale synode;

  2. belanghebbende:

    • belijdend lid van de gemeente dat rechtstreeks belang heeft bij een beslissing van een kerkelijke vergadering, of

    • kerkenraad die rechtstreeks belang heeft bij een beslissing van een meerdere kerkelijke vergadering;

  3. beslissing: beslissing van een kerkelijke vergadering of een herhaaldelijke impliciete of expliciete weigering om een dergelijke beslissing te nemen, zodat een beslissing uitblijft;

  4. kerkelijke vergadering: kerkenraad, classis, particuliere synode of generale synode;

  5. kerkorde: de Dordtse Kerkorde zoals herzien en vastgesteld door de Generale Synode 2019 van de Gereformeerde Gemeenten;

  6. uitspraak: door een classis, particuliere synode of generale synode genomen beslissing op een ingediend appel.

  7. voorlopige voorziening: een door een kerkelijke vergadering in een appelprocedure genomen tijdelijke maatregel in afwachting van een uitspraak.

Toelichting
Vragen en antwoorden

Vraag 1 bij artikel 1:

Kan bij een appel de belanghebbende ook een dooplid zijn?

 

Antwoord 1 bij artikel 1:

Formeel kan dat niet, dan zouden zijn ouders voor hem moeten optreden. Maar hier zal wel per casus moeten worden afgewogen hoe te handelen, en is soms flexibiliteit noodzakelijk. Als bijvoorbeeld een ouder dooplid tegen een kandidaat-ambtsdrager bezwaar heeft vanwege misbruik, kun je dat niet formeel afdoen. 

Artikel 2 Algemene bepalingen voor behandeling van kerkelijke zaken

1. Een kerkelijke vergadering neemt klachten over een lid of een ambtsdrager van de gemeente die niet-openbare zaken betreffen, in behandeling, mits de belanghebbende vooraf heeft gehandeld naar de eis van Matthéüs 18 en ten aanzien van een ambtsdrager daarnaast de regel van 1 Timothéüs 5:19 is gevolgd.

2. Een kerkelijke vergadering stelt een belanghebbende zo spoedig mogelijk op de hoogte van het al dan niet in behandeling nemen van een zaak en neemt ten aanzien van de in behandeling genomen zaken een gemotiveerde beslissing binnen een redelijke termijn

3. Een kerkelijke vergadering stelt zorgvuldig onderzoek in naar de feiten en de omstandigheden van in behandeling genomen zaken.

Toelichting

Artikel 3 Hoor en wederhoor

1. De kerkelijke vergadering stelt belanghebbenden in de gelegenheid hun standpunten mondeling toe te lichten. Zo mogelijk vindt het horen van partijen plaats in elkaars aanwezigheid. De kerkelijke vergadering kan besluiten partijen afzonderlijk te horen.

2. Van het horen wordt een schriftelijk verslag gemaakt.

3. De in lid 1 bedoelde belanghebbenden krijgen binnen een te stellen termijn gelegenheid hun opmerkingen bij het eigen verslag kenbaar te maken.

4. De kerkelijke vergadering stelt het verslag vast en zendt de in lid 1 bedoelde belanghebbenden een door de scriba van de kerkelijke vergadering ondertekend afschrift van het vastgestelde verslag.

5. Indien door belanghebbenden opmerkingen bij het conceptverslag zijn gemaakt, die door de kerkelijke vergadering niet worden overgenomen, worden deze bij de stukken gevoegd.

Toelichting

Artikel 4 Bijstand, getuigen en deskundigen 

1. Belanghebbenden kunnen zich in hun schriftelijk en mondeling contact met de kerkelijke vergadering door één persoon laten bijstaan, indien zij niet in staat zijn zelf hun zaak te behartigen.

2. Het is noodzakelijk dat de persoon die bijstand verleent affiniteit heeft met het kerkelijke leven, zich de geestelijke aard van het geschil en het kerkelijk leven realiseert en hiermee in zijn handelen rekening houdt.

3. Belanghebbenden stellen de kerkelijke vergadering in kennis van het inschakelen van een persoon die bijstand verleent, onder opgave van de naam en het adres van de betrokkene. De kerkelijke vergadering besluit in de regel om deze persoon als bijstandverlener toe te laten tot de procedure.

4. Een kerkelijke vergadering kan al of niet op verzoek van een partij getuigen horen.

5. Een kerkelijke vergadering neemt een gemotiveerde beslissing over het al dan niet toelaten of horen van getuigen.

6. Een kerkelijke vergadering kan advies vragen aan deskundigen.

Toelichting

Artikel 5 Toegankelijkheid en vertrouwelijkheid van stukken

1. Een kerkelijke vergadering verstrekt aan bij een kerkelijke procedure betrokken partijen alle in die procedure uitgewisselde en relevante besluiten en (proces)stukken.

2. Het verslag van de beraadslaging over een zaak in de notulen van een kerkelijke vergadering is een document van intern beraad en wordt niet aan partijen ter beschikking gesteld.

3. De door een kerkelijke vergadering verstrekte beslissingen en stukken zijn bestemd voor persoonlijk gebruik van partijen en in voorkomende gevallen van de persoon die bijstand verleent. Het is niet toegestaan deze beslissingen en stukken aan derden ter inzage te geven of (delen daarvan) in de openbaarheid te brengen.

4. Bij schending van lid 3 neemt de kerkelijke vergadering passende maatregelen.

Toelichting

2.2. Indienen van appelschrift

Artikel 6 Indiening appelschrift

1. Tegen een beslissing van de kerkenraad op een bezwaar of een andere beslissing waartegen rechtstreeks de mogelijkheid van appel wordt geboden, staat binnen zes weken beroep open op de classis voor een belanghebbende, tenzij bij die beslissing een andere termijn is genoemd.

2. Een appelschrift bevat in ieder geval de volgende elementen:

  1. de naam en het adres van de indiener;

  2. een omschrijving van de beslissing waartegen het appel zich richt;

  3. de gronden van het appel, met een toelichting daarop;

  4. een omschrijving van de uitspraak die de indiener van de classis vraagt.

3. Het appelschrift wordt per post of per email ingediend bij de scriba van de gemeente die is aangewezen als de samenroepende kerk voor de eerstvolgende vergadering van de classis.

4. Indien een appelschrift bij een kerkenraad van een andere gemeente wordt ingediend, zendt die kerkenraad het zo spoedig mogelijk door naar de samenroepende kerk.

5. Het indienen van een appelschrift heeft geen opschortende werking, tenzij de kerkelijke vergadering bij haar beslissing anders heeft bepaald.

6. De indiener kan bij de scriba van de gemeente die is aangewezen als de samenroepende kerk tevens schriftelijk verzoeken om een voorlopige voorziening te treffen totdat de classis op het appel uitspraak heeft gedaan. Het verzoek bevat een uiteenzetting van de gronden en een omschrijving van de gevraagde voorlopige voorziening.

Toelichting

Artikel 7 Taak (scriba) samenroepende kerk 

1. De scriba van de gemeente die is aangewezen als de samenroepende kerk bevestigt de indiener schriftelijk de ontvangst van zijn appelschrift (en in voorkomende gevallen het verzoek om een voorlopige voorziening).

2. De scriba van de samenroepende kerk zendt een afschrift van het ingediende appelschrift met de ingediende, daarbij behorende stukken aan de wederpartij en stelt deze in de gelegenheid om binnen een termijn van vier weken schriftelijk verweer te voeren tegen het ingediende appelschrift.

3. Na ontvangst van het verweerschrift zendt de scriba van de samenroepende kerk een afschrift van het verweer aan de indiener en aan de in artikel 8 genoemde voorbereidingscommissie appelzaken.

4. De scriba van de samenroepende kerk ziet er op toe dat de indiener, de wederpartij en de afgevaardigden naar de classicale vergadering en hun secundi de beschikking hebben over alle stukken die de voorbereidingscommissie appelzaken bij haar advies zal betrekken.

5. De samenroepende kerk plaatst het appelschrift (en het eventuele verzoek om een voorlopige voorziening) op de agenda van de (vervroegde) vergadering van de classis en stelt een afschrift van de ingediende stukken onverwijld in handen van de in artikel 8 genoemde voorbereidingscommissie appelzaken.

6. De kerkenraad van de samenroepende kerk besluit eerst tot vervroeging van de classisvergadering na advies van de consulent en de in artikel 8 genoemde voorbereidingscommissie appelzaken.

Toelichting
Vragen en antwoorden

Vraag 1 bij artikel 7:

Hoe te handelen als er tegen de kerkenraad van de roepende kerk een appelzaak dient?

Antwoord 1 bij artikel 7:

Hoewel we ervan uitgaan dat voorbereidingscommissie objectief te werk gaat, is het verstandig dat de roepende kerk de taak van het samenroepen doorgeeft aan de kerkenraad die volgens het vastgestelde schema na hen aan de beurt is.

Vraag 2 bij artikel 7:

Als de kerkenraad een verweerschrift schrijft (lid 4 van de toelichting), moet dit dan ook aan de appellant toegestuurd worden?

Antwoord 2 bij artikel 7:

Het verweer van de kerkenraad dient gestuurd te worden naar de scriba van de roepende kerk; deze stuurt het verweerschrift na ontvangst direct door naar de appellant. (Mocht het toegezonden worden naar de scriba van de classis, dan stuurt deze het door naar de scriba van de roepende kerk, met kennisgeving aan de appellant.)

Vraag 3 bij artikel 7:

 Is het een beperking in de informatievoorziening richting de classis, dat niet wordt doorgegeven wat de appellant heeft gereageerd op het verweerschrift (lid 4 van de toelichting)?

Antwoord 3 bij artikel 7:

De oorzaak van deze regel ligt in het mogelijke probleem dat partijen steeds weer reageren op elkaars stukken. Dit is niet de bedoeling en hoort thuis op de vergadering. Daarom is bepaald dat die informatie niet doorgestuurd wordt.

2.3. Voorbereiding voor classis

Artikel 8 Benoeming voorbereidingscommissie appelzaken 

1. Voor de voorbereiding van de behandeling van de appelzaken die bij haar aanhangig worden gemaakt, stelt de classis een voorbereidingscommissie appelzaken in, die advies uitbrengt aan de classis.

2. De voorbereidingscommissie bestaat uit vijf leden en vijf plaatsvervangende leden.

3. Afhankelijk van de omvang en de complexiteit van een zaak bepaalt de voorbereidingscommissie met hoeveel leden die zaak zal worden behandeld. Dit aantal is ten minste drie.

4. De classis waarborgt bij de benoeming van de commissieleden dat er voldoende theologische en kerkrechtelijke/juridische deskundigheid binnen de commissie aanwezig is. De commissie bestaat in ieder geval uit ambtsdragers uit het ressort van de classis. Ten behoeve van de gewenste deskundigheid kan de commissie zich laten bijstaan door niet-ambtsdragers.

5. De classis bepaalt in haar benoemingsbesluit de benoemingstermijn van een commissielid of plaatsvervangend lid op vier jaar. Na het verstrijken van deze termijn is herbenoeming mogelijk.

6. Een commissielid dat in een persoonlijke relatie staat tot één van de partijen of een andere bij de zaak betrokken persoon, neemt geen deel aan de behandeling van de zaak.

Toelichting

Artikel 9 Taak voorbereidingscommissie appelzaken

1. De voorbereidingscommissie appelzaken neemt zo spoedig mogelijk kennis van het appelschrift en bereidt de behandeling daarvan door de classis voor.

2. De voorbereidingscommissie appelzaken heeft als taken:

  1. het appelschrift te toetsen op zijn ontvankelijkheid aan de hand van artikel 10;

  2. na te gaan of alle relevante stukken zijn bijgevoegd;

  3. de spoedeisendheid van de zaak te bezien en de kerkenraad van de samenroepende kerk te adviseren of er noodzaak bestaat tot het bijeenroepen van een vervroegde classis;

  4. de classis te adviseren over de ontvankelijkheid van het appelschrift en over de eventuele noodzaak tot het treffen van een voorlopige voorziening;

  5. zo nodig de classis te adviseren over de mogelijkheid om met de appellant tot verzoening te komen;

  6. ten behoeve van de vergadering van de classis de relevante inhoudelijke geschilpunten te onderscheiden en ordenen.

3. Indien een appelschrift niet voldoet aan de in artikel 6, lid 2, gestelde vereisten, niet alle relevante stukken zijn bijgevoegd, of onduidelijkheid bestaat over (de gronden van) de gevraagde voorlopige voorziening, stelt de voorbereidingscommissie de indiener in de gelegenheid dit te herstellen dan wel aan te vullen binnen een door haar te bepalen termijn.

4. Indien het ter uitvoering van de in lid 2, onderdelen a en c, genoemde taken van de voorbereidingscommissie noodzakelijk is de indiener van het appelschrift en/of de wederpartij te horen, is artikel 3 van overeenkomstige toepassing.

5. De voorbereidingscommissie zendt het advies ten minste één week voor de (vervroegde) classisvergadering aan de scriba van de gemeente die is aangewezen als de samenroepende kerk.

6. De scriba van de samenroepende kerk zendt het advies direct aan de kerkenraden ten behoeve van de afgevaardigden naar de classicale vergadering en hun secundi.

Toelichting

2.4. Behandeling, beraadslaging en besluitvorming door de classis 

Artikel 10 Behandeling op de classis

1. De scriba van de samenroepende kerk doet aan de indiener en de wederpartij mededeling van de dag, de plaats en het tijdstip waarop de classis het ingediende appelschrift zal behandelen. Partijen worden uitgenodigd de behandeling van hun appel bij te wonen.

2. Indien de indiener en/of de wederpartij van mening zijn/is dat er omstandigheden zijn om aan te nemen dat een lid van de classis in onvoldoende mate onpartijdig staat ten opzichte van de te behandelen zaak, doet hij voor aanvang van de behandeling van het ingediende appelschrift daarvan mededeling aan de voorzitter van de classis. De classis beslist vervolgens over de deelname van het betrokken lid aan de behandeling, beraadslaging en besluitvorming.

3. De classis verklaart een ingediend appelschrift niet-ontvankelijk indien:

  1. de indiener op grond van artikel 6 niet het recht toekomt appel in te dienen;

  2. het buiten de termijn is ingesteld, tenzij de indiener de termijnoverschrijding redelijkerwijs niet kan worden verweten;

  3. de indiener niet binnen de gestelde termijn, bedoeld in artikel 9, lid 3, een gepleegd verzuim heeft hersteld;

  4. de kerkenraad de beslissing heeft ingetrokken;

4. De classis kan een ingediend appelschrift niet-ontvankelijk verklaren indien:

  1. indien de indiener geen lid meer is van één van de Gereformeerde Gemeenten;

  2. indien de indiener zich feitelijk heeft onttrokken aan het opzicht van de plaatselijke kerkenraad (anders dan door verhuizing).

5. Indien de classis het appelschrift ontvankelijk verklaart, kan zij:

  1. de indiener en de wederpartij in de gelegenheid stellen ten overstaan van de vergadering hun inhoudelijke standpunten mondeling toe te lichten en vervolgens overgaan tot beraadslaging en besluitvorming (op grond van de artikelen 11 en 12);

  2. besluiten tot de benoeming van een adviescommissie ten behoeve van een voortgezette dan wel (vervroegde) volgende classicale vergadering. Aan deze commissie kan het horen van partijen en in voorkomende gevallen van getuigen en/of deskundigen worden opgedragen; de artikelen 3 en 4 zijn van overeenkomstige toepassing. Partijen hebben dan niet meer het recht om ter classicale vergadering gehoord te worden. Ook kan de classis deze commissie verzoeken te adviseren over de gegrondheid van het appel en het opstellen van een conceptbeslissing ten behoeve van de classis. Het mandaat en de samenstelling van de adviescommissie worden aan partijen meegedeeld. De adviescommissie kan bestaan uit leden van de voorbereidingscommissie.

Toelichting
Vragen en antwoorden

Vraag 1 bij artikel 10:

Welke ambtsdragers zijn betrokkenen bij een zaak?

Antwoord 1 bij artikel 10:

Als bijvoorbeeld een afgevaardigde naar een PS in een commissie heeft gezeten die het appel op de classis heeft voorbereid, was hij evident betrokken. Hij kan dan ook niet deelnemen aan de beraadslaging en besluitvorming over dat appel op de PS.

Als een afgevaardigde wel op de classisvergadering aanwezig was, maar niet direct betrokken was, ligt dat echter anders. De toelichting op blz. 140 spreekt hierover. Het kan verstandig zijn dat het moderamen hierover tevoren beraadslaagt en met een voorstel komt.

Vraag 2 bij artikel 10:  

In de laatste zin van lid 5b staat dat de classicale adviescommissie (gedeeltelijk) kan bestaan uit leden van de voorbereidingscommissie, dus ook uit ambtsdragers uit een andere classis binnen de PS. Is dit wenselijk?

Antwoord 2 bij artikel 10:

Leden uit de eigen classis hebben de voorkeur. Maar soms kan het nodig zijn om deskundigheid te ‘lenen’ uit een andere classis. Hier moet naar bevind van zaken gehandeld worden.

Vraag 3 bij artikel 10:

In lid 5b staat dat leden van de voorbereidingscommissie benoembaar zijn in de adviescommissie. Kan dat ook betekenen dat de voorbereidingscommissie in zijn geheel de adviescommissie vormt? 

Antwoord 3 bij artikel 10:

Dit heeft niet de voorkeur, maar het is wel toegestaan.

Vraag 4 bij artikel 10:

Mag een roepende kerk de appellant spreektijd toekennen?

Antwoord 4 bij artikel 10:

Het toekennen van spreektijd aan een appellant is geen zaak van de roepende kerk, maar van de kerkelijke vergadering. Het is van belang dat de roepende kerk dit te verstaan geeft aan de appellant als deze om spreektijd vraagt.

Artikel 11 Beraadslaging

1. De beraadslaging door de classis geschiedt in comité, of bij hoge uitzondering in klein comité, en buiten aanwezigheid van de indiener en de wederpartij.

2. Bij de beraadslaging over het appelschrift zijn ten minste twee leden van de voorbereidingscommissie aanwezig om de classis zo nodig van nader advies te dienen.

3. Na afronding van de beraadslaging over het appelschrift formuleert de preses van de classis de voorlopige conclusies over de gegrondheid van de inhoudelijke geschilpunten.

Toelichting
Vragen en antwoorden

Vraag 1 bij artikel 11:

In lid 2 wordt aangegeven dat bij de beraadslaging tenminste twee leden van de voorbereidingscommissie aanwezig zijn om zo nodig de classis van advies te dienen. Waarom geldt hun aanwezigheid niet bij de informatie- en besluitvormingsfase?

Antwoord 1 bij artikel 11:

Hier wordt met ‘beraadslaging’ het geheel bedoeld. Bij de informatiefase is het zelfs verplicht; dan kunnen hen immers vragen gesteld worden. In de andere fases is hun aanwezigheid ook toegestaan. 

Artikel 12 Besluitvorming

1. De besluitvorming over de gegrondheid van een ontvankelijk appelschrift vindt plaats in comité of bij uitzondering in klein comité en buiten aanwezigheid van de indiener en de wederpartij.

2. De classis houdt bij de besluitvorming van de zaak rekening met eventueel sinds de uitspraak inzake de ontvankelijkheid opgetreden wijzigingen in feiten en omstandigheden.

3. Waar dat aan de orde is, motiveert de classis haar uitspraken vanuit Gods Woord en de gereformeerde belijdenis.

4. De classis doet uitspraak op het ingediende appelschrift bij meerderheid van stemmen.

5. De uitspraak van de classis bevat ten minste de volgende onderdelen:

  1. een overzicht van het procesverloop, waaronder een weergave van de beslissing;

  2. een omschrijving van (de feiten van) het geschil waarover de classis een uitspraak doet;

  3. een samenvatting van het appel- en verweerschrift;

  4. de vermelding van de gehouden hoorzitting onder toevoeging van het verslag als bijlage;

  5. indien een voorlopige voorziening is getroffen de inhoud van deze voorziening en de gronden waarop deze voorziening berust;

  6. de beoordeling van de ontvankelijkheid;

  7. de uitspraak over de gegrondheid van het appel en de gronden waarop deze uitspraak berust;

  8. of en zo ja bij wie een eventueel appelschrift tegen de uitspraak kan worden ingediend en binnen welke termijn (in de regel zes weken) dit appelschrift moet zijn ontvangen.

  9. een pastorale oproep om zich te onderwerpen aan en te voegen naar de uitspraak van de kerkelijke vergadering.

6. De classis geeft van haar uitspraak binnen vier weken kennis aan de indiener en de wederpartij door toezending van de uitspraak.

Toelichting
Vragen en antwoorden

Vraag 1 bij artikel 12:

In lid 5h wordt gesproken van ‘binnen zes weken’. Bij punt 6 wordt gesproken van vier weken. Dan blijven er slechts twee weken over. Is dat niet wat kort?

Antwoord 1 bij artikel 12:

Bedoeld is dat de classis haar uitspraak geeft binnen vier weken en dat appellant binnen 6 weken na ontvangst van de uitspraak appelleren kan.

2.5. Appel bij particuliere synode en generale synode

Artikel 13 Appel bij particuliere synode

1. Tegen een beslissing van de classis of een uitspraak op appel van de classis staat voor een belanghebbende binnen zes weken beroep open op de particuliere synode.

2. Wat betreft de indiening van een appelschrift en de behandeling daarvan door de particuliere synode zijn de artikelen 6, 7 en 10, van overeenkomstige toepassing.

3. Wat betreft de beraadslaging en de besluitvorming door de particuliere synode over een appelschrift zijn de artikelen 11 en 12 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat in de situatie dat

  1. sprake is van een primaire beslissing van de classis, die classis niet aanwezig is bij de beraadslaging en de besluitvorming;

  2. sprake is van een uitspraak op appel van de classis alleen de afgevaardigden die in persoon betrokken zijn geweest bij de uitspraak van de classis niet deelnemen aan de beraadslaging en de besluitvorming.

4. De particuliere synode kan een adviescommissie met een nader te bepalen opdracht instellen.

Toelichting

Artikel 14 Appel bij generale synode

1. Tegen een uitspraak op appel van de particuliere synode staat voor een belanghebbende binnen zes weken beroep open op de generale synode.

2. Wat betreft de indiening van een appelschrift en de behandeling daarvan door de generale synode zijn de artikelen 6, 7 en 10 van overeenkomstige toepassing.

3. Wat betreft de beraadslaging en de besluitvorming door de generale synode over een appelschrift zijn de artikelen 11 en 12 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de afgevaardigden die in persoon betrokken zijn geweest bij de uitspraak van de particuliere synode niet deelnemen aan de beraadslaging en de besluitvorming.

4. De generale synode kan een adviescommissie met een nader te bepalen opdracht instellen.

5. Indien het in appel bij de generale synode gaat om een zaak waarin zowel een classis als een particuliere synode tot eenzelfde oordeel zijn gekomen, kan de generale synode volstaan met slechts de toetsing of de eerdere behandeling naar Schrift, belijdenis en kerkorde zorgvuldig heeft plaatsgevonden (de zogenoemde marginale toetsing).

6. Indien de generale synode vaststelt dat niet is voldaan aan de in lid 5 omschreven zorgvuldige behandeling, stelt de generale synode een eigen onderzoek in met inachtneming van de procedureregels van deze appelregeling.

Toelichting

2.6. Slotbepalingen

Artikel 15 Onvoorziene gevallen

In de gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist de kerkelijke vergadering.

Artikel 16   Inwerkingtreding en overgangsbepaling 

1. Deze regeling treedt in werking op een door het Deputaatschap Vertegenwoordiging en Voorlichting vast te stellen tijdstip.

2. Appelschriften die worden ingediend tegen beslissingen die vóór dat tijdstip zijn genomen, worden behandeld naar de regels van In goede orde.

Artikel 17   Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als Appelregeling 2019.